Artikel 66 WvSv:
[1.] Het bevel tot gevangenneming of gevangenhouding is van kracht gedurende een door de rechtbank te bepalen termijn van ten hoogste dertig dagen, welke ingaat op het ogenblik der tenuitvoerlegging.
2. Wanneer het bevel is gegeven op de terechtzitting, dan wel binnen de krachtens het eerste lid bepaalde termijn het onderzoek is aangevangen, blijft het bevel van kracht totdat zestig dagen na de dag van de einduitspraak zijn verstreken.
[3.] De termijn gedurende welke het bevel van kracht is, kan door de rechtbank, op de vordering van de officier van justitie, vóór de aanvang van het onderzoek op de terechtzitting ten hoogste tweemaal worden verlengd. De verdachte wordt in de gelegenheid gesteld op de vordering te worden gehoord.
[4.] Op bevelen tot verlenging, overeenkomstig het voorgaande lid, zijn de eerste drie leden van dit artikel van overeenkomstige toepassing.